vormelijk

{{vormelijk}}{{/term}}

1 [volgens de vorm] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 formel 〈v.: formelle〉; 〈bijwoord〉 formellement

2 [gehecht aan vormen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 conventionnel 〈v.: conventionnelle〉; 〈bijwoord〉 conventionnellement

3 [formalistisch] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 formaliste; 〈bijwoord〉 de façon formaliste

♦voorbeelden:

1   vormelijke kleding • tenue stricte

2   hij is altijd zo vormelijk • il est toujours si cérémonieux

     iemand vormelijk ontvangen • recevoir qn. cérémonieusement

3   vormelijk christendom • christianisme formaliste

Deens-Russisch woordenboek. 2015.